Midden- en Oost -Europafonds

Armoede, oorlogsconflicten, traditionele waarden

Motrat Qiriazi

Motrat Qiriazi

‘Dankzij een grote, particuliere gift heeft Mama Cash haar werkterrein kunnen uitbreiden naar vrouwengroepen in Midden- en Oost-Europa’, vermeldt het jaarverslag over 1996 met trots. Hoewel Mama Cash daarvoor verschillende groepen in Oost-Europa had gesteund, begonnen na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het verdwijnen van het IJzeren Gordijn meer subsidieaanvragen uit Midden- en Oost-Europa binnen te komen. Dat leidde op initiatief van erfdochter Johanna in 1996 tot de oprichting van een aparte werkgroep voor Midden- en Oost-Europa. Deze werkgroep viel onder het Cultuurfonds.

De positie van vrouwen in Midden- en Oost-Europa was moeilijk, vooral door armoede en oorlogsconflicten. Ook was in menig Oost-Europees land de invloed van de kerk weer aanzienlijk toegenomen, terwijl nationalisme en een terugkeer naar traditionele waarden sterk in opkomst waren. Hierdoor kwam bijvoorbeeld het recht op abortus, dat onder het communisme nauwelijks op weerstand stuitte, onder vuur te liggen.

Schot in de roos
Tot groot genoegen van erfdochter Johanna kwamen er steeds meer aanvragen binnen, het door haar gefinancierde Midden- en Oost-Europa Fonds was een schot in de roos. (bekijk interview) In 1998 was het fonds de kinderschoenen al ontgroeid. Het had een netwerk opgezet van 25 adviseurs en het ontving dat jaar 145 aanvragen uit 28 landen, waarvan ruim de helft werd gehonoreerd. Het geld ging naar lesbische vrouwen, sekswerkers en vrouwen met een handicap, en naar activiteiten tegen seksueel geweld zoals opvang van vrouwen die geweld hadden ervaren in hun thuissituatie. Voor de staten van de uiteengevallen Sovjet-Unie werd tijdelijk een apart fonds ingesteld: het Sovjet-Uniefonds.

2. Uitreiking Lydia Sklevicky Award aan Motrat Qiriazi

Uitreiking Lydia Sklevicky Award

Lydia Sklevicky Prijs
Het Midden- en Oost-Europa Fonds stelde een prijs in en noemde die naar Lydia Sklevicky. De in 1990 bij een auto-ongeluk omgekomen Sklevicky was de motor achter de eerste feministische organisatie in voormalig Joegoslavië. De prijs ging naar de Albanese vrouwengroep Motrat Qiriazi, genoemd naar de zussen Sevasti en Parashqevi Qiriazi, die honderd jaar eerder ijverden voor onderwijs voor meiden. De groep zette praatgroepen op voor meiden en jonge vrouwen in dorpen in Kosovo waar nog patriarchale gewoonten heersten, zoals uithuwelijking direct na de lagere school. Het contact tussen meiden en jonge vrouwen onderling was gericht op bewustwording van hun positie en het doorbreken van hun isolement.

Het Midden- en Oost-Europa Fonds werd in 2002 opgeheven en ging samen met het Zuidenfonds kortstondig op in het Fonds Internationaal. Vanaf 2004 begon Mama Cash in regio’s te werken: Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en Europa, waardoor het Fonds Internationaal weer werd opgeheven.