Eerste jaren

3.-Drukkerij-Las-Muchachas

Drukkerij ‘Las Muchachas’

Tegencultuur
In Nederland subsidieerde Mama Cash in de eerste jaren veel ‘cultuur’. Onder cultuur viel onder andere het radicale deel van Nederlands rijkgeschakeerde vrouwenpers. Niet alleen bladen als literair tijdschrift Lust & Gratie, Ashanti, een blad voor en door Surinaamse vrouwen, lesbisch tijdschrift DIVA, en Slechte Meiden, een vrouwenblad over seks, ontvingen geld, ook radioprogramma’s, uitgeverijen, archieven, documentatiecentra, drukkerijen en boekwinkels voor en door vrouwen zagen hun aanvraag voor subsidie beloond. Deze organisaties waren meestal geen bedrijven die geld wilden verdienen, maar stichtingen zonder winstoogmerk. ‘De financiering van de autonome vrouwenpers was bewust’, zegt oprichter Marjan Sax. ‘We wilden als vrouwenbeweging gehoord worden en een alternatief bieden met een feministische drukpers. Het was een strategische keus voor een eigen cultuur, een tegencultuur buiten de instituties van de gevestigde orde.’

Feministische infrastructuur
Ook met geld voor ontmoetingsplaatsen voor vrouwen en vrouwenhulpverlening betaalde Mama Cash in Nederland mee aan een feministische infrastructuur. Mama Cash schonk en leende onder andere aan vrouwen- en meidenhuizen, vrouwengezondheidscentra, vrouwentelefoons en centra voor zelfverdediging, die in die tijd als paddenstoelen uit de grond schoten. Zo ondersteunde ze de Helse Hex, een opvanghuis voor vrouwen die wegliepen uit de psychiatrie, of bang waren te worden opgenomen. Ook het Meidenhuis – een woon- en opvangvoorziening voor meisjes en jonge vrouwen die misbruikt, mishandeld, of in hun vrijheid bedreigd worden – en Blijf van m’n Lijf – een organisatie voor opvang en bescherming van mishandelde vrouwen – kregen subsidie van Mama Cash. De giften en leningen verschaften een financieel fundament aan feministische activiteiten die in de marges van de Nederlandse samenleving opbloeiden.

Niet alle initiatieven die door Mama Cash gesteund werden, hielden het hoofd boven water. Een aantal organisaties schonk bij opheffing het resterende geld aan Mama Cash terug, zodat het opnieuw in roulatie gebracht kon worden. Maar het merendeel kon zichzelf na verloop van tijd prima bedruipen.

Vrouwelijke ondernemers
Mama Cash steunde ook beginnende vrouwelijke ondernemers. Begin jaren 80 was het in Nederland voor beginnende ondernemende vrouwen moeilijk om bij banken een lening te krijgen voor hun plannen, banken hadden vooroordelen over het ondernemend vermogen van vrouwen. Ook hadden vrouwen vaak te weinig eigen kapitaal om een onderneming te beginnen. Mama Cash wilde niet alleen de verschillende behandeling van vrouwen en mannen door banken aan de kaak stellen, ze wilde vrouwelijke ondernemers ook daadwerkelijk ondersteunen. Met publiciteit, netwerken en campagnes bracht Mama Cash onder de aandacht dat vrouwelijke ondernemers, die met hun ondernemingsplan niet terecht konden bij banken, bij haar konden aankloppen voor een gift of een lening. Omdat Mama Cash kleinschalige ondernemingen steunde, ging het om relatief kleine bedragen.

Borgstellingen
Maar deze rol als geldverschaffer voor ondernemers leverde al snel problemen op: Mama Cash was geen bank, maar een actiegroep met geld. Ze beschikte over een relatief gering vermogen en de giften en leningen aan beginnende ondernemers legden een te groot beslag op haar kapitaal. Bovendien had ze niet de menskracht en knowhow in huis om de bedrijfsvoering van haar ‘klanten’ te controleren.

Daarop begon Mama Cash de onwillige banken te benaderen om alsnog leningen aan vrouwelijke ondernemers te verschaffen. Om de banken over de streep te trekken ging Mama Cash garant staan voor de leningen. ‘Deze borgstellingen waren een zelfverzonnen model’, aldus oprichter Marjan Sax.

3.-Garage-de-Knalpot

Garage ‘De Knalpot’

Doorbreken van sekserollen
Niet toevallig kregen drukkerij de Ziedende Zeef, garagebedrijf de Knalpot en My Sin, de eerste sekswinkel in Nederland voor vrouwen, wél een lening en het Nederlandse warenhuis HEMA niet. De Ziedende Zeef en de Knalpot dienden immers het hogere doel van het doorbreken van sekserollen, ze boden werk aan vrouwen in mannenberoepen. Het Rotterdamse My Sin keek – anders dan andere seksshops – vanuit de vrouwelijke klant naar seksartikelen en lingerie. ‘Wij hadden geen enorme kunstpenissen in het assortiment’, zegt eigenaar Wilma Brokling. ‘We brachten subtiele porno in plaats van opengesperde vagina’s, die vooral mannen leuk vinden.’ In 1990 vroeg de HEMA het vrouwenfonds om duizend gulden te schenken voor de uitreiking van een HEMA-emancipatieprijs. De winkel kreeg niets. In notulen uit die tijd staat dat Marjan Sax fulmineerde: ‘Onzin!’ Ze zou de aanvragers ‘van katoen geven’.

Ontstaan Garantiefonds
In het begin beoordeelden de oprichters van Mama Cash alle aanvragen zelf. In 1986 kwam er een aparte Werkgroep Garanties, die de aanvragen van ondernemers beoordeelde en die de oprichters adviseerde al dan niet tot financiering over te gaan. In 1987 werd de werkgroep ondergebracht in een eigen stichting met een eigen bestuur, Stichting Mama Cash Garantiefonds.

Erfdochters
Ondernemingslust bij vrouwen bevorderen was één ding, maar Mama Cash wilde méér. Vrouwen moesten ook verantwoordelijkheid voor hun geld nemen. Marjan Sax en andere vrouwen met geërfd geld vormden in 1985 de Erfdochters, een onafhankelijk netwerk van vrouwen die de verantwoordelijkheid voor hun kapitaal niet aan echtgenoot, broer of bank wilden overlaten. Zij leerden zelf beslissingen nemen over hun kapitaal en er iets zinvols mee te doen.

Internationaal
Mama Cash was net als andere feministische en linkse organisaties in die tijd internationaal georiënteerd. Autonome vrouwengroepen in de ‘Derde Wereld’ (zoals veel landen in het Zuiden in die tijd werden genoemd) die de zelfstandigheid en bewustwording van vrouwen bevorderden, financierde Mama Cash graag. Zo subsidieerde ze in die begintijd onder andere vrouwenstraattheater in Jamaica en een bijeenkomst over vrouwengezondheidszorg in Mexico.

Anders dan in Nederland, waar Mama Cash ook de beurs trok voor vrouwen die een bedrijf wilden beginnen, besloten de oprichters zich in het Zuiden niet op vrouwenbedrijven te richten. Daar was de Women’s World Banking voor, staat in het eerste jaarverslag te lezen. Ook wilde Mama Cash geen ontwikkelingsgeld geven: ‘Geen mandjes vlechten’ en ‘geen waterputten’, zeggen oprichters Marjan Sax en Lida van den Broek onafhankelijk van elkaar. ‘Het moest op z’n minst over empowerment gaan’, aldus Van den Broek. (bekijk interview)

Nairobi
In 1985 vertegenwoordigden oprichters Patti Slegers en Dorelies Kraakman Mama Cash op het NGO Forum, de schaduwconferentie tijdens de Derde VN Wereldvrouwenconferentie in Nairobi. ‘Onze missie was contacten leggen en vrouwen vinden die adviseur voor ons konden zijn’, zegt Slegers. ‘Ook zochten we iemand die we onze jaarlijkse studiebeurs konden geven.’ De conferentie in Nairobi betekende voor Mama Cash een extra impuls om vrouwen in het Zuiden te ondersteunen.

In 1985 bezochten de oprichters voor het eerst een congres van Amerikaanse vrouwenfondsen in de Verenigde Staten. ‘Een spannende onderneming voor ons, en voor de Amerikanen een beetje schokkend’, zegt Marjan Sax: ‘Wij waren expliciet lesbisch en stelden dat ook aan de orde.’ (bekijk interview)

Eerste internationale vrouwenfonds
De oprichters schreven in het voorwoord van het eerste jaarverslag dat Mama Cash het eerste vrouwenfonds in Nederland was, dat ‘financiële steun biedt aan de veelheid van initiatieven die het feminisme in praktische en theoretische zin bevorderen.’ Ze realiseerden zich op dat moment niet dat hun initiatief veel revolutionairder was: ze hadden het eerste internationale vrouwenfonds ter wereld opgericht. Tot in 1987, geïnspireerd door Mama Cash, het Global Fund for Women in San Francisco werd opgezet, was Mama Cash het enige vrouwenfonds dat over de eigen landsgrenzen keek en internationaal financierde.

In de jaren 1983 – 1986 gaf Mama Cash 517.000 euro aan 199 vrouwengroepen. A het werk werd door vrijwilligers gedaan.